Onderwijs en werken in Bali

vrouwenwerk

Het belang van goed onderwijs

Wij, Nederlanders, beseffen vaak niet, hoe
makkelijk wij het hebben, vergeleken bij de
mensen in een derde-wereld land als Indonesië.

Veel mensen menen ook te weten, hoe men het
in de derde wereld zou moeten aanpakken.
Mensen, die er echt over nagedacht hebben,
weten precies te vertellen, hoe er structuur aangebracht zou moeten worden in de economie,
om meer welvaart te brengen en banen te
creëren. Veel goede ideeën passeren de revue,
die meestal als uitgangspunt hebben, om eerst
de corruptie aan te pakken en te zorgen voor
goed onderwijs voor alle lagen van de bevolking. Onderwijs is van groot belang, want kennis is
macht en als men een rol wil spelen in de wereldeconomie, dient parate kennis daarmee parallel te lopen. Indonesië is rijk aan
grondstoffen, die veel voor het land zouden
kunnen betekenen. Indonesië heeft ook een rijke flora, die veel
voedsel
kan leveren, zelfs voor de export. Als
dit onder Indonesiërs ter sprake komt, zijn ze
het met deze visie allemaal wel eens. Maar ja…

Weten de westerlingen ook te vertellen, hoé
men corruptie moet aanpakken en wèlke presidentskandidaat dit zal doen en waaruít het betere onderwijs moet worden betaald?
Indonesië is een heel groot, onsamenhangend
land. Een tamelijk jonge natie, die om meerdere redenen niet zo eenvoudig is te organiseren als
het veel kleinere, overzichtelijke, rijke
Nederland.

De zorg van een eenvoudige man hier in Bali
-nog altijd het meest welgestelde deel van Indonesië- is te werken voor de kost, zijn
kinderen een goede toekomst te bezorgen en zichzelf een onbezorgde oude dag.

Hij heeft hard gewerkt om een goede opleiding
voor zijn zoon te kunnen betalen. Ook zijn
dochter heeft het ver geschopt: diploma
verpleging.

Toch zit zijn zoon meestal zonder werk en zijn dochter verdient wat bij elkaar door zand en
stenen te sjouwen in de ‘bouw’.

“Hoe komt dat nou?” vroeg ik hem. Hij
antwoordde, dat zijn geld op was. Ik meende,
dat zijn zoon en dochter juist hadden
gestudeerd om dat geld te gaan verdienen.
Maar zonder geld geen baan. Ik kon het even
niet vatten.

Hij legde het aan mij uit: als iemand een goede
baan wil, moet hij contacten hebben en veel
geld toeschuiven. Een diploma is mooi, maar
bijzaak.

Op de banken, in de laboratoria, in de waren
huizen, in de grote hotels, bij de politie, in de ziekenhuizen, in overheidsdiensten: overal
hebben de werknemers flink moeten dokken
voor hun matig betaalde baantje.

“Dat is niet zo best”, meende ik, “daar zou verandering in moeten komen”.

Hij was het grondig met me eens. “Hoe pakken
ze dit probleem in
Nederland eigenlijk aan?”
vroeg hij leergierig.

Ineke van Gemert