Ubud, Bali, Warjihouse kroniek afl. 18

 

 

HET STOEPJE

 

Waar Gang Beji op de Jalan Monkey Forest uitkomt, zijn altijd veel taxichauffeurs te vinden. Logisch, het is er een komen en gaan van gasten van en naar guesthouses, zoals Warjihouse. In afwachting van klandizie zitten de chauffeurs meestal met elkaar te babbelen op het muurtje bij de Gang of op het stoepje in de straat aan de overkant. Het is een vast ploegje, waar een andere chauffeur niet tussenkomt. De rustige Kadek zit meestal bescheiden op het stoepje zijn kans af te wachten. De meer gedreven Nick staat op de hoek van de straat en spreekt alles aan, wat in een blanke huid op twee benen rondloopt. Made roept naar de overkant, waar hij wat beweging ziet: taxi!! Om wat meer tot de verbeelding te spreken, maakt hij met beide handen een draaibeweging rond een denkbeeldig stuur. Als het publiek zonder reageren doorloopt, roept hij ze -tegen beter weten in- nog na: maybe tomorrow?? Moes doet zijn best om klanten te werven voor zijn vrienden. Verder is hij er alleen voor de gezelligheid. En Wayan is al blij, als hij iemand achterop de brommer naar de Monkey Forest kan brengen voor 5000 rupiah. “Dat is de moeite niet waard”, meent Fiona, “amper genoeg voor benzinekosten”. Maar Wayan is er tevreden mee. Als straks de koffie-juffrouw komt, heeft hij genoeg voor een bekertje koffie en een snack.
Pak Paul sloot zich als eerste bij het groepje chauffeurs aan. Rond een uur of acht gaat hij altijd een praatje maken met Kadek en zijn vrienden, die de toeristen aanspreken, die juist uit de restaurants en warungs naar hun hotels teruggaan. Door zijn kennis van de Balinese taal oogst pak Paul alom bewondering en ontzag. De jongens vinden het leuk, dat hij er bij komt zitten en ze kletsen heel wat af over hun leventje in de straat. Ze zwaaien al van verre als Fiona en ik na het eten komen langslopen. Toen bij toeval op zo’n moment de koffie-juffrouw er aan kwam, streken wij ook neer met een bekertje en het werd heel gezellig. We bezagen het straatbeeld van de kant der taxichauffeurs en deelden mee in de lol, die ze maakten. Bijna niemand heeft een taxi nodig en het opdringerige aanbod leidt veelal tot onnodige verontschuldigingen, besmuikte glimlachjes, ongemakkelijke afwijzingen of een gelaten negeren. Een enkeling onder de toeristen besluit tot een ‘tegenaanval’ en gaat een gesprek aan. En al leidt het niet tot een rit, het wordt toch gewaardeerd, want de jongens zitten er niet alleen maar voor hun lol de mensen aan te spreken. Dat Hanneke er op een gegeven moment ook bij kwam zitten, veroorzaakte wel wat opschudding. Ze zat er gearmd met Nick, sprak intiem met Moes, maakte gekheid met Wayan en bestelde een ritje met Kadek naar het strand. Ze vonden eigenlijk allemaal, dat ze min of meer een relatie met haar hadden, waardoor er wat barstjes kwamen in de kameraadschap der chauffeurs. Meteen werd ook duidelijk, dat de altijd zo kalme Kadek er een leidersrol vervulde. Na korte tijd trokken Nick en Moes zich terug naar ieder hun eigen straathoek en Wayan richtte zich wat meer op zijn gesprekken met Fiona en pak Paul. Kadek ging naast Hanneke zitten en verklaarde haar zijn hopeloze liefde. Het overviel Hanneke enorm en er was geen denken aan, dat die liefde ooit zou worden beantwoord.

Een paar dagen later vertrok Hanneke om een rondreis door Java te gaan maken. Toen de taxi uit de straat wegreed met Hanneke en al haar bagage, keek Kadek haar na en verzuchtte: “It’s all over now.”

En de rust was in het groepje teruggekeerd.

 

 

Ineke van Gemert

2 reacties

  1. hanneke said,

    22 september, 2008 bij 8:59 am

    ja wat in nederland kan, kan niet in bali.
    Wat in bali kan, kan weer niet Nederland.. Verwarrend hoor…haha

  2. Ineke said,

    22 september, 2008 bij 6:07 pm

    Dan kan het -hoe dan ook- allebei.
    Zo kun je alle kanten op.


Geef een reactie op hanneke Reactie annuleren